In de nota ‘arbo werkt’ heeft de FNV zijn visie op het functioneren van arbodiensten neergelegd. Hieronder de voornaamste aspecten daarvan Kritiek op arbodiensten Er is nogal wat kritiek op het functioneren van arbodiensten, ook van de zijde van de FNV. Belangrijke punten van kritiek van de FNV:
Onafhankelijkheid Dde onafhankelijkheid van de dienstverlening door arbodiensten is allerminst gewaarborgd. Bij de behandeling van de arbowet 1998 heeft een meerderheid van de Tweede Kamer de regering gewaarschuwd voor mogelijk onvoldoende onafhankelijkheid van arbodiensten (CDA, PvdA, D66, Groen Links, SP, RPF/GPV.) Volgens de FNV is de beoogde onafhankelijkheid van de arbodienst nog steeds niet goed van de grond komen. Integer handelen vanuit de arboprofessie is niet altijd goed te combineren met commercieel handelen. Door de commerciële setting waarin zij opereren, door hun afhankelijkheid van opdrachtgever en eigen management, staan de arbodeskundigen (bedrijfsartsen, arbeidshygiënisten, veiligheidskundigen) onder grote druk om bepaalde gezondheids- en veiligheidsrisico’s niet te noemen, niet te melden, te bagatelliseren of om zich te voegen naar de wensen die de opdrachtgever heeft. FNV stelt voor dat alle arbodeskundigen beschikken over een professioneel statuut, waarin het professioneel onafhankelijk handelen is opgenomen als essentieel onderdeel van een goede beroepsuitoefening. De professionele onafhankelijkheid kan worden geborgd in het contract met de opdrachtgever en in de arbeidsovereenkomst tussen de arboprofessional en zijn eigen werkgever (de arbodienst). De arboprofessional, die zijn eigen professionele onafhankelijkheid schendt, moet kunnen worden worden bestraft. Medezeggenschap De FNV stelt voor dat bij wet wordt bepaald dat geen contract met een arbodienst of een andere dienst of deskundige op het gebied van arbo- en verzuimbeleid mag worden gesloten zonder de expliciete instemming van het medezeggenschapsorgaan (b.v. de OR). Integrale aanpak arbozorg Als geen andere organisatie benadrukt de FNV voortdurend het belang van een integrale, multidisciplinaire bronaanpak van het arbo- en verzuimbeleid. Een arbodienst, die voldoet aan de in de Richtlijn Arbodiensten gestelde certificeringseisen, heeft de kennis en mogelijkheden in huis om de werkgever bij te staan bij het voeren van een integraal arbo- en verzuimbeleid naar de mate waarin de werkgever die bijstand nodig heeft. Demedicalisering van verzuim Voor een daling van het ziekteverzuim is ook demedicalisering belangrijk. Daartoe moet het accent gelegd worden op een multidisciplinaire, integrale bronaanpak van het arbeidsverzuim. Multidisciplinaire samenwerking is nodig om goed te kunnen beoordelen waardoor verzuim wordt veroorzaakt en welke maatregelen genomen kunnen en moeten worden om nieuw verzuim te voorkomen. Die samenwerking is ook nodig om goed te kunnen beoordelen wat de aard van het verzuim is. Prestatiecontracten De FNV wil het sluiten van prestatiecontracten zowel op brancheniveau als op ondernemingsniveau bevorderen. Werkplekonderzoek verplichten In het kader van de ziekteverzuimbegeleiding stelt de FNV voor dat bij wet wordt bepaald dat in week acht van het ziekteproces een onafhankelijk werkplekonderzoek moet plaatsvinden om te voorkomen dat de werknemer ten onrechte als arbeidsongeschikt beschouwd wordt. Dat werkplekonderzoek kan er tevens aan bijdragen dat collega’s die in dezelfde omstandigheden verkeren worden behoed voor uitval. Keuze andere bedrijfarts moet kunnen De positie van de werknemer wordt in toenemende mate afhankelijk van het professionele oordeel van de bedrijfsarts. Essentieel daarbij is dat de werknemer vertrouwen heeft in zijn bedrijfsarts. Om die reden moet zijn recht om desgewenst een andere bedrijfsarts toegewezen te krijgen expliciet worden geregeld en gecommuniceerd. |
![]() |